Hoogsensitief

Gisteravond ben ik naar een informatieve avond over hoog sensitiviteit geweest. Je hoort steeds meer over kinderen die “hoog sensitief” zijn of ook wel “hoog gevoelig”. Op zich hoeft daar niks mis mee te zijn, maar veel kinderen en soms ook volwassenen lopen er op vast. Zij stromen letterlijk vol met allerlei prikkels en weten niet hoe ze dit stop moeten zetten of even moet ontladen.

Als je hoog sensitief bent, heb je de eigenschap dingen die je ervaart veel diepgaander te verwerken, het komt allemaal dieper binnen. Waar moet je dan aan denken? Een paar voorbeelden; de lekkende kraan lijkt wel een harde trommel dus je kan je voorstellen wat harde muziek doet, een geur van zowel iets lekkers als iets vies blijft diep in je neus zitten, het naadje in je sokken voel je bij elke stap en na een uurtje voel je niks anders meer dan het merk je in je t-shirt. De juf die haar stem verheft klinkt als de meeste boze vrouw die je ooit gehoord hebt en na de kattige opmerking van je vriendin denk je dat zij nooit meer met je wilt spelen. Alles dus heftiger en intensiever.

Deze kinderen geven vaak aan dat het zo vol is in hun hoofd.
Voor deze kinderen zou het fijn zijn als er structuur is en zij weten waar ze aan toe zijn. Eerlijkheid en kunnen vertrouwen op iemand zijn voor iedereen belangrijk, maar voor deze mensen nog eens extra.

Naast de hoog sensitieve kinderen heb je ook nog de hoog stimulatieve kinderen. Dit zijn de gevoelige kinderen die wel de hele dag overal door heen denderen en heel erg druk en uitbundig zijn. Maar ook zij kunnen helemaal vol met prikkels raken en blijven nadenken over dingen.

De bovenstaande kenmerken zijn natuurlijk niet de enige kenmerken, maar een globaal overzicht om wat duidelijker te maken waar deze mensen mee kampen.

Om kinderen hierbij te kunnen helpen is het goed om in gesprek te gaan, te luisteren en te ervaren waar hun stapel prikkels steeds hoger door wordt. Welke prikkels stapelen ze op? Door dit te weten kan je aanpassingen bedenken die werkbaar zijn voor het kind en zijn omgeving. Door erover te praten, merkt het kind dat het helemaal niet raar is dat het al die prikkels binnen krijgt. En samen met het kind ga ik aan de slag om te kijken hoe zij zelf af en toe de stapel met prikkels weer af kunnen bouwen of misschien zelfs wel even helemaal om kan gooien.

Zoals een meisje in de praktijk laatst zei “Wat heerlijk om al mijn verhalen en prikkels bij Brenda achter te laten!” en een stuk lichter huppelde ze weer naar buiten!

 

Geef een reactie